Schorriemorrie = tuig, uitschot.
Bargoens
Schoven = betalen.
Schrijf het maar op je buik…….dan kun je het met je hemd weer uitvegen.
Sam sam doen = gelijk opdelen.
Schuiven = betalen.
Sappelen = hard werken.
Voor schut staan = voor gek staan.
Sassen = plassen.
Schijt hebben aan = niets geven om.
Rolmops = fiets.
Rommelen = met wat handigheid voor elkaar brengen.
’t Rooie dorp = rijkswerkinrichting te veenhuizen.
Rooie rug = 1000 gulden.
Rooie vlag = menstruatie.
Rooielantaarndistrict = warme buurt.
Rotten = stinken.
Ruggetuffer= homo.
Ruigpoot = homofiel persoon.
Reetkever = scheldwoord voor homo.
Reigen = speuren naar azen.
Rut= blut.
Reuring = gezellige drukte.
Rijkshotel = gevangenis.
Reutemeteut = rotzooi, troep.
Op de reutel = is op de pof.