Etterbak = scheldwoord.
Bargoens
Eikel = scheldwoord.
Takke = scheldwoord.
Zakkewasser = scheldwoord.
Saffie = sigaretje.
Galleier = Scheldwoord.
Rotten = scheten laten.
Jiepen = schoenen.
Tretelingen = schoenen.
Trippels = schoenen.
Klepzeiker = scheldwoord.
Hippen = schoenen.
Mierenneuker = scheldwoord.
Typmiep =sectetaresse.
Graftak = scheldwoord.
Hufter = scheldwoord.
Kelerelijer = scheldwoord.
Blauwbekken = rillen van de kou.
Kletsen = roddelen.
Tinnef = rommel.
Rus = rechercheur.
Zwemmer = rond de handel lopen en verkopen.
Deisje = rustig zijn.
Bonje = ruzie.
Jennen = sarren.