Spreuken en gezegdes Deel 19
Posted in Algemeen, Spreuken en gezegdes Deel 19
Hard lopen moet men leren, zacht lopen komt vanzelf.= Ben je jong, doe je de dingen onbesuisd, maar naarmate je ouder wordt doe je alles meer gematigd, bedachtzamer en rustiger aan.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Effen rekening maakt goede vrienden.=Of anders : schulden maken vijanden.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Hij heeft veel garen op zijn klos.=Hij heeft overal kritiek op.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
In het ongewisse.=In onzekerheid.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Hij is des keizers vriend niet.=Hij staat niet in de gunst bij zijn bazen.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Dat is een fijne beschuit.= schijnheilig zijn.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Iemand liefhebben als de appel zijner ogen.=Iemand liefhebben als het dierbaarste wat hij bezit.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
De oren spitsen.=Goed luisteren.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Hij is het vingertje naast de duim. =Hij is onmisbaar; hij neemt een bevoorrechte positie in.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
De gek met iemand steken. =Spotten met iemand.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Ijskoud zijn gang gaan.=Zich nergens van aantrekken.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Op de garve bouwen.=Land bebouwen met betaling van de pacht met een deel van de oogst.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Te stade komen.=Goed uitkomen.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Hij heeft bakzeil gehaald.=Hij heeft zijn standpunt moeten laten varen, een nederlaag moeten incasseren.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Flink opspelen= Hevig uitvaren; razen, snauwen, tekeergaan.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Onder mantel en kleed zit er veel dat men niet weet.=Je kunt aan iemand vaak niet zien hoe hij werkelijk is.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Voor de ganzen preken.=Voor dovemansoren zeggen.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Onder een staand zeiltje is het goed roeien.=Met een klein vast inkomen, verdient men al gauw genoeg voor de kost.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Twee honden vechten om een been en de derde gaat ermee heen.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19
Hij heeft naar waarde genoten.=Hij heeft goed van het leven genoten.
Posted in Algemeen, Spreuken en Gezegden, Spreuken en gezegdes Deel 19