Verkienen = verkopen.
Bargoens
Tremmen = in mekaar tremmen, in mekaar slaan.
Verknipt = mal , gek.
Troel = scheldwoord en koosnaam voor vrouw.
Verlinken = bedriegen, verraden.
Tillen = beroven.
Tinnef = rommel,slechte waar.
Tippelen = straatprostitutie.
De toer maken = een publieke prestatie leveren.
Toeter = stomdronken.
Tof = goed betrouwbaar.
Tofelemone = katholiek.
Tofferik = goed persoon.
Toges = achterwerk.
Temeier = hoer.
Tor = scheldwoord.
Teringhond of teringlijer = ellendeling.
Trammelant = commotie.
Teut = dronken.
Trein = zwaar gebouwde stoere vrouw.
Tierelier = dronken.
Treifel =onrein.
Tiet = vrouwenborst.
Goed gevulde tiet = goedgevulde portefeuille.
Tietjanberelul = scheldwoord kloothommel.